Efteling

De Efteling

Groningen

26 november 2006

Jan Wiecher Zwep

Chris Geerdink

Herbert Borghuis

Frank Meijering

De Efteling

Marketing I

WC 5

Groep 5.2

Jan Wiecher Zwep - 1616153

Chris Geerdink - 1607111

Herbert Borghuis - 1616862

Frank Meijering - 1629832

Inhoudsopgave

Inleiding 4

Hoofdstuk 1: Belangengroepen 4

1.1 Belangengroepen 4

1.2 Belangengroepen van de Efteling 4

Hoofdstuk 2: De markt 5

2.1 Markten 5

2.2 De markt van de Efteling 5

2.2.1 De markt 5

2.2.2 Product-marktcombinaties 5

2.2.3 De marktvorm 5

Hoofdstuk 3: Concurrenten 6

3.1 Concurrenten 6

3.2 De concurrenten van de Efteling 6

Hoofdstuk 4: Strategisch marketingprobleem 6

4.1 Strategisch marketingprobleem 6

4.2 Het strategische marketingprobleem van de Efteling 7

Hoofdstuk 5: Macro-omgevingsvariabelen 7

5.1 Macro-omgevingsvariabelen 7

5.2 Analyse van de macro-omgevingsvariabelen voor de Efteling 7

5.2.1 Economische omgevingsvariabelen 7

5.2.2 Technologische omgevingsvariabelen 7

5.2.3 Politieke en juridische omgevingsvariabelen 8

5.2.4 Culturele en sociale omgevingsvariabelen 8

5.2.5 Demografische omgevingsvariabelen 8

Conclusie 8

Literatuurlijst 9

Reflectieverslagen 10

1. Jan Wiecher Zwep 10

2. Chris Geerdink 11

3. Herbert Borghuis 12

4. Frank Meijering 13

Inleiding

De eerste case die we voor Marketing 1 moeten maken gaat over familieattractiepark De Efteling. De Efteling is een begrip in Nederland en is met 3,2 miljoen bezoekers per jaar de marktleider in ons land. Aan ons om de omgeving en het strategische marketingprobleem van de Efteling te analyseren. In de volgende vijf hoofdstukken zullen de belangengroepen, de marktvorm, de concurrenten, het strategische marketingprobleem en de macro-omgevingsvariabelen van de Efteling aan bod komen

Hoofdstuk 1 Belangengroepen

1.1 Belangengroepen

Belangengroepen zijn huidige en potentiÐ"«le kopers in de doelgroep waar de organisatie zich op richt. Een organisatie is voor haar toekomst afhankelijk van deze groepen. Belangengroepen kunnen we indelen in drie groepen. De eerste groep bevindt zich aan de inputzijde van een organisatie. Voorbeelden zijn: kapitaalverschaffers, leveranciers en (potentiÐ"«le) werknemers. Aan de outputzijde wordt er onderscheid gemaakt tussen: agenten, vertegenwoordigers en distribuanten (intermediairs) aan de ene kant en aan de andere kant de afnemers. Vervolgens moet een organisatie zich richten op relevante belangengroepen die zich niet aan de input- en outputzijde bevinden, maar wel belangrijk zijn voor de organisatie. Deze belangengroepen worden sanctionerende belangengroepen genoemd. Voorbeelden hiervan zijn: concurrenten, overheden, enkele specifieke groepen in de samenleving, het algemene publiek en de media. Met deze indeling worden de belangengroepen van de Efteling onderscheiden (Leeflang, 2003: 36, 51, 52).

1.2 Belangengroepen van de Efteling

Aan de inputzijde zien we allereerst de kapitaalverschaffers. Dat zijn over het algemeen de banken. Van de leveranciers is de stroomleverancier erg belangrijk, om alle attracties te laten werken. Ook heeft de Efteling een restaurant en verschillende snackkraampjes, waar ook het nodige voor ingekocht zal moeten worden. Verder heeft de Efteling ook werknemers nodig. Ð''Het immense complex in Kaatsheuvel, waar in het hoogseizoen tweeduizend mensen werken' is erg afhankelijk van de werknemers. (Citaat: Wagendorp, B. (2005), "Oma in de bocht", De Volkskrant, 26 maart 2005, p. 31)

Aan de outputzijde heeft de Efteling de vertegenwoordigers en de bezoekers. De Efteling heeft vertegenwoordigers in dienst die het attractiepark onder de aandacht brengt bij mogelijke bezoekers. De bezoekers, ook uit het buitenland, zijn onder te verdelen in verschillende groepen. Maar daar komen we in hoofdstuk 2 verder op terug.

Bij de sanctionerende belangengroepen zien we allereerst de concurrenten. Concurrenten zijn o.a. familieattractieparken zoals: Walibi World, Hellendoorn en Duinrell, en dierentuinen en musea. In hoofdstuk 3 zal verder worden ingegaan op de concurrenten. Ook zijn goede contacten met de overheid belangrijk voor de Efteling. Zowel plaatselijk, provinciaal als landelijk. De Efteling heeft te maken met de media. Voor de Efteling is ook het belangrijk dat ze op een positieve manier in de media komt. Een recent artikel in het Brabants Dagblad meldde dat Ð''Attractiepark De Efteling overeenstemming heeft bereikt met Natuurmonumenten en de Brabantse Milieufederatie (BMF) over uitbreiding voor appartementen en luxe bungalows' (www.brabantsdagblad.nl). Hieruit blijkt dat de Efteling ook nog te maken heeft met allerlei milieubelangengroepen. Zo ook het WNF. In 2002 heeft de Efteling in samenwerking met het WNF de attractie PandaDroom gerealiseerd. Voor de Efteling en het WNF is er sprake van een win-winsituatie. Door deze attractie