Essays24.com - Term Papers and Free Essays
Search

Tata

Essay by   •  March 5, 2011  •  6,131 Words (25 Pages)  •  1,566 Views

Essay Preview: Tata

Report this essay
Page 1 of 25

Kees van der Pol

Margriet de Moor - De Verdronkene (2005)

Gebruikte editie

"De verdronkene" verscheen in april 2005. De eerste druk in een gebonden uitgave, de tweede in een paperbackversie. Deze tweede druk is bij de samenvatting gebruikt. Het is een flinke roman over een noodlottige situatie tijdens de Watersnoodramp van 1953. De roman telt 331 bladzijden. De voorkant van de roman is overwegend blauw met een beetje grijs. Er staat geen afbeelding op de kaft. Op de achterkant staat een foto van de schrijfster en een uiteenzetting van eerder verschenen romans. De flaptekst staat op de ййn na laatste pagina, wat opmerkelijk mag heten.

Genre

De nieuwe roman van Margriet de Moor wordt gerekend tot de psychologische romans.

Aanrader

De nieuwe roman van Margriet de Moor is een prachtige roman over een belangrijke episode uit de Nederlandse naoorlogse geschiedenis: de Watersnoodramp. De noodlotsgedachte en de verwisseling van twee zussen bij een ramp leidt tot een spannende roman. De ene zus neemt het leven over van de overleden zus. Daardoor ontstaat er zelfs na de dood een relatie tussen hen.

Deze roman zou op een literatuurlijst in thematisch opzicht prachtig kunnen worden gecombineerd met de roman van Tessa de Loo: "De tweeling" waarbij zij het in een andere uitwerking twee zussen ook elkaar spiegelbeeld zijn. Een boek waarin de jaloezie tussen twee zussen een rol speelt, is bijvoorbeeld ook "De ogen van Roosje" van Clare Lennart. In die roman is een vrouw eveneens schuldig aan de dood van haar zusje op wie ze jaloers is. Hoewel niet zo eenvoudig te lezen, moeten eindexamenkandidaten op havo-en vwo niveau de nieuwe roman van Margriet de Moor toch wel goed kunnen volgen. Een beetje kennis van verhaalstructuur is wel noodzakelijk. Maar "De verdronkene" is een mooie roman en een prachtig nummer op de literatuurlijst.

Opdracht

Voor mijn zusters Bernardien, Maria, Fridoline, Simone, Josefien en Leida, ter gedachtenis en nagedachtenis.

Dit hoeft verder geen uitleg. Opmerkelijk is wel dat ze de roman aan haar overleden zussen opdraagt, omdat dit ook een thema van de roman is.

Motto

Er zijn twee motto's aan het begin van de roman.

1.Het is alsof de tijd niet meer recht voor ons uitloopt, in een vervagende lijn, maar als een bochtige draad parallel tussen ons in. ( William Faulkner, Uit: "Terwijl ik op sterven lag")

2. Es bellen die Hunde, es rasseln die Ketten, Die "Menschen schlafen in ihren Betten (Wilhelm MÑŒller/Frans Schubert, Uit: "Winterreise")

Beide motto's zijn goed te verklaren.

1. De structuur van de roman waarin de levens van de beide zussen (de ййn dood, de ander in haar plaats voortlevend, zijn inderdaad als een bochtige draad aan elkaar verbonden en worden in de roman door elkaar verteld. Ook de roman waarin dit citaat staat, heeft een toepasselijke titel. Het gaat over de dag dat Lidy Brouwer sterven gaat.

2. Het motto vertaald: "De honden blaffen en de kettingen rammelen, maar de mensen blijven slapen in hun bedden." In de roman vertelt Lidy dat de mensen in Zeeland eigenlijk gewoon naar bed gingen, terwijl er een bijzonder hoge springvloed en een zware storm op komst waren. Ze waren echter niet zo bevreesd, omdat ze gewend waren dat het water enkele keren per jaar hoger kwam. Margriet de Moor heeft in Zeeland met autochtonen gesproken en die vertelden haar dat sommige mensen gewoon naar bed gingen, terwijl de storm zo enorm hevig was. Een verschijnsel dat zich ook voordeed bij de tsunami op Tweede Kerstdag 2004. De mensen vermoedden toen ook niet wat voor gevolgen de vloedgolf kon hebben. Ook hier is de titel van het werk waaruit het citaat afkomstig is, goed gekozen. Lidy Brouwer maakt inderdaad een winterreis naar zee.

Voordat het laatste deel V begint, staat op bladzijde 299 nog een strofe poлzie van J.J.Slauerhoff:

"Zoals de stormwind de wolken

Waar de zee geen kusten meer heeft

En de hemel geen sterren over

Drijft nu de stroom van mijn gedachten

Door 't ledige ruim van mijn geest.

Ze ontmoeten geen tegenstand meer,

Drommen samen -ijlen uiteen.

De strofe verbindt deel IV en V met elkaar: de eerste regels van de strofe ronden het deel met de vertelling van de gebeurtenissen af, de laatste regels wijzen vooruit naar wat er in het Responsorium zal komen (de ontmoeting van de beide zusters) De stervende Armanda voert een gesprek met de geestverschijning van Lidy. Op deze wijze vervult het gedicht de functie van een rei (de ideale toeschouwer bij een klassieke tragedie). Daarmee zou deel V als een soort catharsis kunnen worden gezien van deze tragedie over de Watersnoodramp. Niet voor niets is de roman opgebouwd in vijf delen ( vgl. de opbouw van de klassieke tragedie, waarin de hoofdfiguur het moet afleggen tegen hogere machten, zoals de Goden en/of het Noodlot). Lidy Brouwer kan niet tegen het Noodlot strijden en in feite is ook Armanda slachtoffer van het Noodlot, gezien ze zich moreel gedwongen voelt de plaats van haar zuster in te nemen.

Verhaalopbouw

De roman is onderverdeeld in een aantal delen die op hun beurt weer zijn onderverdeeld in een aantal genummerde en getitelde hoofdstukken.

De opbouw is als volgt:

IHet weekenduitstapje (blz. 13-88, 8 hoofdstukken)

IIDit noem je slapen (blz. 91-151, 6 hoofdstukken)

IIIEr is altijd weer (blz. 155- 208, 8 hoofdstukken)

IVFamilieroman (blz. 211 - 298, 8 hoofdstukken)

VResponsorium (blz. 303-231)

Een responsorium is het antwoord van het koor bij de beurtzang met de geestelijke.

Er lopen twee verhaaldraden door elkaar heen. In de eerste verhaaldraad gaat Lidy naar Zierikzee in plaats van haar zuster Armanda. Daar op Schouwen-Duiveland wordt ze overvallen door de Watersnoodramp van 1953.

...

...

Download as:   txt (36.4 Kb)   pdf (339.4 Kb)   docx (24.9 Kb)  
Continue for 24 more pages »
Only available on Essays24.com