Traps On The Way To Clean Energy.
Essay by 24 • November 17, 2010 • 2,501 Words (11 Pages) • 1,506 Views
De valkuilen op het pad
naar de duurzame energieproductie
Sinds jaar en dag roepen overheden, non profit organisaties en belangenbehartigers dat we op deze toer niet mogen doorgaan. De huidige groeiende behoefte aan energie, zowel door de ontwikkeling van de derde wereldlanden als mede door het vervangen van de ionenbuis door de flat-screen in de woonkamer van de rijke Westerling, zorgen voor een grote belasting op de gezondheid van onze planeet. De manier waarop deze energie wordt opgewekt draagt bij aan een klimaatramp van wereldomvang. De oplossing zit hem in duurzaamheid. Echter kent de weg naar duurzaamheid enkele valkuilen die gedicht moeten worden. Maar wie gaat deze dichten?
Conventionele productie
Momenteel zijn er twee methoden waarop er in Nederland elektriciteit wordt geproduceerd. Als eerste de conventio-nele en tevens constante elektriciteits-productie. Deze is belastend voor het milieu, daar deze energie haalt uit de verbranding van fossiele brandstoffen of het splijten van kernen. Bij dit proces komt kernafval of uitstoot van CO2 vrij. Deze uitstoot hoopt zich langzaam op in de atmosfeer en tast haar aan. Het kernafval heeft nog velen duizenden jaren nodig om haar activiteit geheel te verliezen. Beide methoden zijn mede om deze redenen niet duurzaam.
De conventionele centrales gebruiken fossiele brandstoffen als steenkool, aardolie en aardgas of uranium. Uit deze stoffen haalt men via verbranding of kernsplijting energie om water te verdampen en stoomdruk op te bouwen. Deze druk wordt dan gebruikt om een turbine aan te drijven. Deze turbines zijn op hun beurt op grote dynamo's aangesloten en wekken, wanneer de stoom de turbine aandrijft, elektriciteit op. Deze stoomdruk dient continu hoog te worden gehouden. Er is hiervoor een continue aanvoer van de genoemden grondstoffen nodig. Het laten afnemen van de stoomdruk is kinderspel. Men verbruikt simpelweg minder brandstof. Het opvoeren van de stoomdruk is een tijdrovend proces dat grotere moeite kost. Het stilleggen of opstarten van de conventionele centrales is niet iets dat aan de hand van een aan/uit knop geschiedt.
Het zijn processen die variлren van 10 tot 30 uur. De centrales zijn dus constant in hun vermogen, maar deze is niet flexiebel. Ze zijn daardoor inefficiлnt in te zetten in
combinatie met fluctuaties van minder betrouwbare bronnen, welke veelal duurzamere zijn.
Het conventioneel opgewekte vermogen is goed voor 85% van elektrische energie in Nederland. Het door deze sector geproduceerde gigawatt vermogen is de laatste jaren om en nabij constant gebleven. Om de internationale afspraken, betreffende CO2 reductie, na te komen dient deze vorm van stroomproductie terug gedrongen te worden. (intern, belegger.nl 2007)
Afbeelding 1 elektriciteitsproductie Bron: CBS.nl
Uit de bovenstaande tabel kunt u aflezen dat de conventionele productie eigenlijk maar minimaal afneemt.
Duurzame windmolenparken
De andere methoden zijn de duurzame productiewijzen. Hier wordt energie gewonnen doormiddel van zonne-, of windenergie, biobrandstoffen of biomassa, etc. Afhankelijk van de vorm belasten deze methoden het milieu niet of in mindere mate.
Deze elektriciteitsproductie vindt echter zelden op een betrouwbaar constant vermogen plaats. Momenteel ligt het percentage verantwoord geproduceerde elektriciteit op 15%. Dit onderdeel van de Nederlandse elektriciteitsproductie is de snelst groeiende. Het gigawattvermogen dat door de duurzame tak wordt geleverd steeg van 2005 tot 2006 met 13%. Dit is ook terug te zien in afbeelding 1. Het totale aandeel zal echter voor 2010, naar uitspraak van voormalig milieu staats-secretaris Van Geel, 22% van de gehele productie moeten worden. Dit wil men onder andere realiseren door middel van de aanleg van windmolenparken op zee en door middel van het stimuleren van ondernemers om deze strategie te volgen. De overheid wil de groei van de duurzame elektriciteitsproductie sneller zien groeien om zo de doelstelling te halen.
Deze boodschap is aangekomen. Zo zal de Rabobank in 2008 het Q7 windmolenpark op 23 kilometer buiten de kust voltooien. Dit park zal na realisatie door middel van 60 molens 125.000 huishoudens van duurzame elektriciteit voorzien. Dat deze vorm van innovatie de toekomst heeft, is met dit project al voortijdig aangetoond. In maart 2007 haalde het project de 'Deal of the Year 2007 Award' binnen vanwege de bijzondere en unieke financiлle constructie. Het is namelijk de eerste keer, wereldwijd, dat een internationale groep banken voor een windmolenpark een 'non-recourse financiering' levert. Dit houdt in dat de banken erop vertrouwen dat met de inkomsten uit het windpark de rente- en afbetalingen volledig gedekt kunnen worden. Dit leert ons dat het vertrouwen in de windmolenparken op zee aanzienlijk is gegroeid. (intern rabobank.nl 2007)
De mogelijkheden van deze parken zijn momenteel groot. De techniek is nu zo ver dat de molens voor vijftien jaar slijtage bestendig zijn. Dit draagt bij aan het verlagen van de onderhoudskosten en verhoogt de opbrengst. Aan een defecte windmolen verdient men tenslotte niets. De parken zijn goed voor het opwekken van flinke vermogens aan duurzame energie. Zoals het Q7 park ons laat zien. Tevens kent de Nederlandse kust een grote strook waar het winnen van windenergie economisch haalbaar is. (intern, energie.nl 2006, VROM.nl, 2007)
In afbeelding 2 ziet u de gemiddelde wind-snelheden ten opzichte van Nederlandse kust. Hoe hoger de windsnelheid, hoe hoger het winbaar vermogen. De bruikbare windsnelheid heeft echter een bovengrens, daarna ondervindt de windmolen teveel slijtage en dit verlaagd de duurzaamheid. Deze bovengrens is per type molen verschillend. Het gekleurde vlak bedekt de locaties waar het economisch haalbaar is windmolenparken te realiseren.
Afbeelding 2 Kustelijke windsnelheid Bron: olino.org
Ook op sociale en ecologische vlakken komen de windmolenparken steeds schoner uit de test. Uit recentelijk onderzoek in opdracht van NUON bleek dat het gemiddeld aantal vogel- slachtoffers drie keer lager ligt dan voorheen werd aangenomen. Drie parken kende een jaarlijks gemiddelde van 28 vogelslachtoffers per molen. Daarnaast vormen de funderingen van de molens de ideale ondergrond voor mosselbanken. Uit waarnemingen is gebleken dat de mosselpopulaties op deze kunstmatige banken aanzienlijk groeit. (intern, NUON.nl 2007).
Dat de molens
...
...