Van Aristophanes Tot Menander
Essay by 24 • March 21, 2011 • 1,360 Words (6 Pages) • 1,290 Views
Arnott, W.G., From Aristophanes to Menander, G & R 19 (1972), 65-80
Analyse: Van Aristophanes tot Menander.
Aristophanes’ Kikkers is het laatste bestaande toneelstuk van de Oude Komedie. Het plot is uitweidend, het onderwerp is intens verbonden aan de stad, waarin het stuk werd bedacht, en de structuur is traditioneel en formeel aan de elementen van de Oude Komedie, zoals de agon en de parabasis. Het stuk won de eerste prijs. Net 89 jaar later won Menander de eerste prijs in hetzelfde festival met de Dyskolos, wat het eerste bestaande stuk is van de Nieuwe Komedie. Het plot is stevig samenhoudend, het heeft een universeel onderwerp en de structuur wordt geregeerd door nieuwe formele elementen. Kikkers had een koor van beginners, dat speciaal gecomponeerde teksten zong, die belangrijk waren voor het plot, en danste tussen de dialoogscÐ"Ðnes; hun leider zorgde voor de parabasis. Dat is vervangen in Menander door slechts een ОÑ"П‰ÐžÑ˜ÐžÑ--П‚ van dronken jonge mannen, die geen enkele relevantie hebben tot het plot en die enkel het publiek moeten entertainen tussen de bedrijven. Hun tekst was geÐ"Їmproviseerd en werd niet bewaard.
Wat is er gebeurd tussen de Kikkers en de Dyskolos? Dat is moeilijk te vertellen, omdat van de 800 stukken, die geschreven werden in die tussenperiode, er maar twee aan ons zijn overgeleverd in origineel Grieks, nl. Aristophanes’ laatste bestaande stukken, de Ecclesiazusae en de Plutus, en twee of drie mogelijk deels overgeleverd door aanpassingen van Plautus. Overigens beschikken we over titels en duizenden fragmenten, die ons weinig vertellen over de context van het drama. De tussenperiode, die de Midden Komedie wordt genoemd, heeft omzichtigheid nodig om begrepen te worden. We moeten de juiste extracten bestuderen voor bewijzen. Maar er bestaan vele valstrikken waarin reeds menig geleerde in vast heeft gezeten. Nadat we ons van deze gewaar zijn, kunnen we ons pas een beeld proberen te vormen van de Midden Komedie.
De Midden Komedie is een periode van veranderingen en een periode van experimenteren.
Eerst merken we een vermindering op het Atheens chauvinisme en werd het materiaal van de komedie meer kosmopolisch, welke veranderingen al in de Ecclesiazusae en de Plutus aanwezig waren. Maar niet enkel de inhoud veranderde, ook de vorm. De parabasis verdween volledig en werd vervangen door de ООјОІПЊО»Ðžâ„-ОјО±, ingelaste verzen, wat de tussenstap is voor de ОÑ"П‰ÐžÑ˜ÐžÑ--П‚ van Menander. Maar de fragmenten staan ons niet toe om te stellen waar en wanneer zich dit voordeed. Beide types van chorus konden zelfs naast elkaar bestaan hebben voor enige tijd en het oude chorus kon opgerakeld worden. Zo lijkt een beginlied van Eubulus’ Stephanopolides sterk op dat van Aristophanes’ Ecclesiazusae, terwijl er 50 jaar tussen de werken zitten. Datzelfde werk van Eubulus was ook inzake plot gelijkaardig aan Menander en de Nieuwe Komedie.
Uit de titels kunnen we besluiten dat er een waaier van thema’s en interesses bestond, wat zeer contrasterend is t.a.v. de Nieuwe Komedie. Drie aspecten kunnen we uitlichten: politiek, filosofie en mythe. Zoals in de Oude Komedie werden in de Midden Komedie titels geproduceerd die wijzen op een politiek onderwerp (Eubulus’ Vrede en Dionysius, Anaxandrides’ Steden en Mnesimachus’ Phillippos). Tegen het einde van de Midden Komedie daalde het aantal dan weer. Maar politieke referenties werden ingebouwd in stukken met geen politiek thema. Zo is in de Soldaat van Alexis een grap te vinden, verwijzend naar een dispuut tussen Athene en MacedoniÐ"«, en daarbij is het onderwerp van gevonden baby’s in het stuk ook te vinden bij Menander. Zo is er een politieke echo van het verleden en een pre-echo van een situatie uit de toekomst van Menanders Epitropontes. Komedie is een rivaal van filosofie in Aristophanes’ Wolken en vele andere werken van de Oude Komedie. In de Midden Komedie was dit eerder beperkt. Zekere fragmenten wijzen op spot naar Platonisme en de PythagoreÐ"«rs, maar de meeste zijn obscuur. Mythologische parodie in de Midden Komedie, aan de andere kant, bloeide, omdat ze op de technieken van de Oude Komedie bouwde. Aristophanes’ werken met dit onderwerp zijn niet volledig overgeleverd, maar a.h.v. de titels kunnen we stellen dat de Oude Komedie rijk was aan het genre. In de Midden Komedie bestonden twee types van mytheparodie. De eerste is een directe karikatuur van de mythe, geplaatst als tegenwoordig, met vulgaire Grieken en barbaren. De invloed van Euripides is echter onbekend, wat het tweede type betreft, namelijk parodieÐ"«n op bestaande populaire tragedies. Geen direct onweerlegbaar bewijs, dat tragedies geparodieerd werden, bestaat, maar zekere hints wijzen wel in die richting, zoals de titels van de toneelstukken. De schrijver Eubulus schreef 58 titels, waarvan de helft mythologische parodieÐ"«n; 19 daarvan delen hun titel met bestaande tragedies; en 11 dÐ"ÐŽÐ"ÐŽrvan delen hun titel met Euripides’ werken. Het is niet onwaarschijnlijk dat parodieÐ"«n op tragedies bestonden aangezien Aristophanes geparodieerde scÐ"Ðnes van Euripides’ Helena en Andromeda in zijn Thesmophoriazusae had.
Ook rijst de vraag dan op of er een verband zou bestaan tussen de geparodieerde tragedies van Euripides en de techniek van Menander, waarin een situatie van Euripides werd gemoderniseerd in een niet-mythologische, tegenwoordige, Atheense situatie, zoals in Menanders SicyoniÐ"«rs, waar een herautstoespraak aardig lijkt op die van Euripides’ Orestes. We hebben het materiaal er niet voor om die vraag te beantwoorden.
Maar er bestaat een andere
...
...